Interview: Bart FM Droog
Known For: Singer for Massacubadset, Trumpet for Vacuüm and poet/researcher
By: Michael Kopijn
How: Face to face
When: 11 September 2020

Massacubadset @ Let’s Rock, Hamburg GER 21.06.1987

Michael: Waar ben je geboren?
Bart: Emmen, 1966. Emmen was destijds één en al nieuwbouwwijk. Tot kort na de 2de Wereldoorlog woonde er vrijwel niemand in Emmen. Het was een hele grote gemeente qua oppervlakte, maar het aantal inwoners stelde niks voor. Toen is het na de 2de Wereldoorlog tot groeikern bestemd en werden er allemaal fabrieken gebouwd. Mensen uit het hele land kwamen er naartoe. Alle oude gebouwen werden gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Mijn ouders streken er neer omdat m’n vader er een baan kon krijgen als directeur van de landbouwschool. Hij was van origine tropisch landbouwkundige. Als hij geen baan had in het buitenland dan was hij leraar op de landbouwschool in Nederland. Dat heeft hij een paar jaar in Emmen gedaan en toen is hij weer naar Afrika vertrokken. M’n moeder bleef achter met de kinderen, want het was te duur voor het hele gezin om daar naar toe te verhuizen.

Michael: Waar en wanneer ben je voor het eerst in aanraking gekomen met punk en hoe reageerde je omgeving daarop?
Bart: Vanaf m’n 15de denk ik, 1981 zoiets. Eerder, ik zat nog op de lagere school, had ik op TV de Sex Pistols zien optreden. Dat vond ik toen wel schokkend. Maar de echte aanraking, in de zin van dat de vonk oversloeg, kwam waarschijnlijk door het KRO-radioprogramma Rauhfaser (Hilversum 3) en door VPRO programma’s. Hoe m’n omgeving reageerde staat me niet meer bij.

Michael: Neon?
Bart: Ja precies! Op school kreeg ik les over gedichten, die van Vasalis. Eigenlijk heel ouderwets, maar ook wel verfrissend. En ik begon zelf gedichten te schrijven. Toen zag ik op Neon Jules Deelder optreden. Die twee dingen raakten elkaar en toen dacht ik:  “Wow, zo kan het ook!”.

Bart: In die tijd was Berlijn ook heel hip. Op m’n 16de ben ik naar Berlijn gelift. De muur gezien en ik noemde mezelf al punk. Thermo uit Assen logeerde samen met Diny in hetzelfde kraakpand en via hun leerde ik weer punx in Emmen kennen.

Michael: Zaten er op je school ook meer punx?
Bart: Hanneke Schreuder. Die zat een klas hoger. En bij de Piramideclub, een café, daar verzamelden zich de Emmerpunx, leerde ik haar beter kennen. En Rob Kuil, haar toenmalige vriend. En Hans Sulman, die ken ik al vanaf de lagere school. De lokale punkband, The Bollocks, speelde daar en die deden alleen Sex Pistols covers. Via Rob leerde ik ook Vacuüm kennen en zo is het balletje eigenlijk gaan rollen.

Michael: Vacuüm bestond toen natuurlijk al een tijdje.
Bart: Yep. Opgericht door Jan Pieter Kuil. Die studeerde op de kunstacademie in Enschede en was een stuk ouder dan ons (hij deed eind 70-er jaren het blad Aambeeld en de band KUT, Michael). Ik speelde bij één Vacuüm-nummer trompet en doe wat gebrabbel van een corpsbal op de 1ste LP. En verder trad ik met gedichten als voorprogramma op.

Michael: Wat heb je zoal gedaan?
Bart: Naast optreden met gedichten, eerst als voorprogramma van de Emmense new wave-band the Screw, 1981, en later trompet bij Vacuüm, en vanaf 1994 tot 2007 of 2008 in De Dichters uit Epibreren en later nog met de Drie Boeddha’s (circa 2008), met Diana Ozon, Wil Schmal (gitaar), Obed Brinkman (trombone) en Lilian Tan (drums).

Vivid Ointment (1983)
Één keer mee opgetreden in Buitenpost. De drummer, Ewout Snorn, zat ook in andere bands. Maar op de één of andere manier bleef het daarbij. Rob Kuil zat er ook in, en verder???

Massacubadset (1986-1988)
Goliath, een  zeer enthousiaste punk uit een dorpje bij Hamburg, regelde voor ons samen met MBP een tourtje door Duitsland en een concert in Kopenhagen in juni 1987. We traden onder andere op in een tot concertzaal omgebouwde Luftschutzbunker in Osnabrück, waar ik me eigenlijk alleen nog van kan herinneren dat we in een luxe villa in een dorpje in de omgeving van Osnabrück overnachtten. Vervolgens in een (gekraakt?) theater in Neumünster (in Sleeswijk-Holstein, noordelijk van Hamburg). Daarna in Let’s Rock in Hamburg en tenslotte in het legendarische Ungdomshuset in Kopenhagen.

Goliath woonde in een klein appartement in een dorp iets buiten Hamburg. Zijn huis was min of meer onze uitvalsbasis. In mijn herinnering logeerden we daar een dag of drie, vier, na Neumünster en voor Kopenhagen, en bezochten, buiten het optreden, een paar keer Hamburg. We verbaasden ons over de Reeperbahn – het Hamburgse red light district. Het was weird. Één straat, aan beide kanten afgesloten met een soort metalen schutting, en “verboden voor vrouwen”. Het was regenachtig weer, en de prostituées hadden kennelijk daardoor te weinig klanten, waardoor zelfs wij, armlastige punks, als mogelijke klanten werden gezien. Ze waren vrij opdringerig – Thermo moest zelfs voor eentje wegvluchten. 

Het was een fantastische tijd. Lang on the road, heel intens, heel gezellig ook. Als vervoer hadden we een  busje van de Fries Jan Svitters, die ook het geluid deed, en een personenauto van de Groninger Tjeerd, die we ook wel Tjeerd Bla-bla noemde, omdat hij eindeloos tegen je aan lulde, zelfs als je voor hem wegvluchtte in een W.C., bleef hij voor de dichte deur staan doorlullen.

Doe Wat 1983

Jan Wil Niet Neuken (1988-1989)
Paar keer mee opgetreden. Samen met Thermo, Edwin en Nanno. De teksten en muziek waren altijd geimproviseerd. Het was jazzpunk. Ik kan me nog goed een concert herinneren waarbij de band die voor ons gespeeld had, een galg had laten hangen. Ik moest toen terplekke een tekst improviseren en besloot een liedje over zelfmoord te zingen. De galg was daarbij een mooie ondersteuning dus ik stak m’n kop daardoor en sprong al zingend van het podium af. Daar heb ik nog een tijdje rondgebungeld totdat mensen het doorkregen dat het geen stage act was. Het scheelde weinig of ik had er het leven bij gelaten. Nog weken heb ik met met de striemen op m’n hals en nek rondgelopen. Uiteindelijk was ’t een band die vooral kutmuziek maakte, maar het was het wel heel gezellig met z’n allen. En ik ben geen groots zanger.

Michael: Had je nog te maken met het Ruziek label van Jan Pieter Kuil?
Bart: Daar zijn wat cassettes op verschenen waar ik aan meegewerkt heb. Als we gingen optreden met Vacuüm dan liep er in de auto een cassetterecorder mee van J.P. die hij dan later verknipte. Het was vaak geen vooropgezet doel om er een tape van te maken, het was meer een collage van geluiden.

Destructief Jong Nederland (1982)
Dat was een tegenreactie op Constructief Jong Nederland, bedacht door J.P. Je had destijds het Oud Strijders Legioen, een vrij rechtse organisatie die heel erg voor kernwapens was. Als er een anti-kernwapendemonstratie was hadden ze vaak een vliegtuigje erboven rondvliegen met Kernwapens Nu erachter. En de jongerenorganisatie daarvan heette Constructief Jong Nederland. We hebben een fotoreportage en een manifest/fanzine uitgebracht.

Christenskins (1985)
Er was in de Martinihal een congres van Youth For Christ. Rob, Hanneke en ik vonden het wel interessant om er te kijken. Het was bizar. Eng ook. Mensen werden op het podium geroepen voor duivelsuitdrijving. Dat bracht ons op het idee om er een persiflage op te maken.

Michael: Kreeg je destijds wel eens een fanzine in handen?
Bart: Ik deed zelf een blaadje “Aussteiger” in 1982. Dat werd gestencild in een lokaal jongerencentrum in Emmen en daar heb ik 2 nummers van gemaakt. De inhoud bestond vooral uit tekst en collages. Verder las ik in Groningen de Koekrand en Rob deed in 1983 hier in Groningen nog een paar nummers van een blad dat “Struggle” heette, en waar ik en Hanneke aan meewerkten. Later in 1990-1991 heb ik zelf ook nog een tijdschrift uitgebracht. Dat heette “Gum!”, twee nummers van verschenen, gefotokopieerd en was een persiflage op het hele politiek correcte gebeuren in het W.N.C. Daarna begon ik met de Rottend Staal Nieuwsbrief maar dat had weinig meer met punk te maken.

Michael: Had je idealen in die tijd?
Bart: Ik heb één gedichtje: “Vrijheid, vrijheid, vrijheid”. Dat vat het goed samen! Het is eigenlijk een vertaling van een Duitse punksong, van O.H.L., als ik het me goed herinner. Dat ging zo: “Freiheit! Freiheit! Freiheit!.”

Michael: Waren er ook hangplekken voor punx waar je kwam?
Bart: In Emmen natuurlijk de Piramideclub. En later kwam er ook nog Koffiebar/Tin Pan Alley bij. Dat was een voormalig jongerencentrum en eerst in een stel barakken achter de begraafplaats. M’n broer kwam daar ook wel en er werd geblowd in de jaren 70. Dat ging toen dicht en later werd het nieuwbouw achter de brandweerkazerne. Daar kwam ik ook wel af en toe maar de sfeer werd heel erg bepaald door de lokale motorclub. Later is de naam nog veranderd in Amalgama. Daar hebben we nog met Dichters uit Epibreren opgetreden. Maar er traden ook punkbandjes op. Vacuüm heeft er volgens mij ook nog eens opgetreden. Maar misschien heette het toen ook nog wel Tin Pan Alley. En dan had je in Emmen ook nog een Christelijke jeugdsociëteit waar we heel soms kwamen.

Michael: En in Groningen?
Bart: De trappen natuurlijk (van het Stadhuis kijkend over de immer drukke Herestraat, Michael). En je had de Vera Swingavond, ook hangen op de trappen in de gang. En Simplon Swingavond. Het Hijgend Hert in de Papengang. Soms het ORKZ en je had nog de Bierfabriek daar in de buurt. En het OPB maar daar hing meer de lokale potten- en homoscene rond.

Vivid Ointment @ Practise

Michael: Heb je te maken gehad met kraken?
Bart: Toen ik begin 1983 in Groningen kwam was ik dakloos. Ik ben bij Thermo ingetrokken in de Vinkenstraat die praktisch helemaal gekraakt was. Daarna ben ik een jaar in de Verffabriek, aan het begin van het Boterdiep, belandt. Een kraakpand dat heel lang bestaan heeft omdat de grond daar hevig verontreinigd was. Vervolgens in 1984-85 de oude Glasfabriek wat nu de Bloedbank is, aan de Petrus Campussingel. Dat was een gigantisch pand, 140 meter lang en een meter of 30 breed terwijl er maar een paar mensen woonden. Daarna nog een paar jaar aan de Oude Weg samen met Korf, Isa en Wouter, toen een tijdje gehuurd, en van circa 1992-2002 weer gekraakt, Violenstraat 25. Op zich ook wel maf: pas een jaar of vijf geleden kwam ik erachter dat in datzelfde pand de dichter /verzetstrijder en criminoloog W.H. Nagel alias J.B. Charles opgegroeid was – maar dit terzijde.     

Michael: Waren er in die tijd problemen met geweld?
Bart: Op m’n zestiende in Emmen, toen ik met Hans Sulmann en de downpunk David door de Hoofdstraat liep, aangevallen door “boeren” jeugd, louter omdat we punx waren. Daar hield ik een gebroken neus aan over. In Groningen, op de Stadhuistrappen, ooit aangevallen door een agressieve zwerver. Maar dat had iedereen kunnen overkomen.
 
Serieuzer was dit: in 1983 hielden we een hunebedpunxfeest in een kraakpand in de Haddingedwarsstraat. Heel gezellig, veel mensen. En er waren een aantal mensen uit Hoogeveen die bij mij zouden logeren in de Verffabriek. We wilden toen naar een cafetaria aan de hoek Vismarkt/Guldenstraat gaan. Een groep Z-Siders begon ruzie met ons te zoeken. We renden terug naar het feest om hulp te halen en opeens stonden die Z-Siders in een haag van punx. De meesten sloegen op de vlucht maar een paar gingen nog door met ruzie zoeken. Die zijn toen het ziekenhuis in geslagen. Daarna bleef het een tijdje rustig op straat.

Michael: Had je verder nog last van skins in die periode?
Bart: Nee, de skins die ik kende waren okay – Korf was misschien wel de enige echte skin in de jaren tachtig in Grunn’n, en met Thermo en Korf ging ik vaak op stap. En op een gegeven moment, zeker toen ik fabrieksarbeider werd, voelde ik me meer en meer aangetrokken tot de skin-outfit: Dr. Marten boots, houthakkersoverhemd, bretels, kort haar en natuurlijk: ska-muziek.  

Michael: Van Gool was anders wel een beruchte. (zat eerst bij de Simplonpunx en werd later in de mid jaren 80 leider van de Z-Side Skins, Michael)
Bart: Die gaf toch niet echt last, ofzo?
Michael: Bij ons wel! Hoe vaak hij ons wel niet achterna kwam met getrokken mes. Maar dat had misschien te maken met onze jonge leeftijd. Jonge punkertjes die hij makkelijk kon hebben.
Bart: Ik heb nooit met hem gesproken. Maar ik heb hem wel eens versierd!
Michael: ????
Bart: Toen was ik 17, dat moet in 1983 geweest zijn. We hadden op de één of andere manier een lading vrouwenkleren tot onze beschikking en toen dacht ik: ”Hé, dat is wel aardig om te zien hoe het is om met vrouwenkleren, hoge hakken, jurk en pruik op de stad in te gaan”. En toen kwam ik Van Gool tegen en begon ik met hem te flirten, hahaha. Maar ik was al gauw bij hem weg.

Michael: Hij stond in 1994 ook nog op de ledenlijst van CP’86.
Bart: Hij stond sterk onder invloed van Eite Homan. (leider van het A.N.S. maar begon als Maoist, Michael)
Michael: Die komt toch ook uit Emmen?
Bart: Ja, Rob kende hem en waarschijnlijk had ik daarom nooit last van die lui. En misschien speelt ook mee, maar dan in de jaren negentig, dat ik dichter en onderzoeksjournalist Karel ten Haaf (helaas in 2019 overleden) leerde kennen. Hij, zelf trotskist, had een waarschuwend boek geschreven over neo-nazi’s, waarin Homan prominent figureerde. En op de een of andere manier behoedde dat Karel en mensen uit zijn omgeving voor geweldsuitbarstingen van Homan c.s. Maar nu je het aansnijdt: Despo, dat was ook een punk die oorspronkelijk uit Emmen kwam, en van indische of Ambonese origine was, is eens door of Homan of Van Gool met een mes aangevallen, waarbij zijn keel gedeeltelijk werd opengesneden. Goddank overleefde hij dat.  

Michael: Waar komt de term Hunebedpunx vandaan?
Bart: We kwamen uit Drenthe en een punk uit Drenthe was een Hunebedpunk. Het was een verzamelnaam zoals de punx uit Twente Boer’n Punx werden genoemd. Daar begonnen we mee toen ik in aanraking kwam met Thermo, Rob en Hanneke. Rob zette wel eens Hunebedpunx op de muur.

Michael: Hoe kijk je achteraf terug op je punkperiode?
Bart: Aan de ene kant vond ik het een hele mooie tijd maar als ik puur rationeel kijk, dan heb ik m’n jeugd vergooid, had ik gewoon de school moeten afmaken, moeten gaan studeren en dan was ik nu speculant geworden ofzo. Aan de andere kant is het nooit m’n bedoeling geweest om zo te worden. Ik heb veel meegemaakt in m’n leven en met wat ik nu doe ben ik wel redelijk tevreden.

Massacubadset @ Let’s Rock, Hamburg GER 21.06.1987

Michael: Ben je nu nog actief?
Bart: Met onderzoek en nationaal socialisme/anti-semitisme bestrijding. Min of meer per ongeluk.
Michael: Hoe dat zo?
Bart: Vier jaar geleden verscheen er een boek met gedichten die zogenaamd door Hitler geschreven waren. Er verscheen een vooraankondiging op de voorpagina in Trouw. Ik begin te lezen en zie een groot vertaald gedicht dat ik al eens eerder onder ogen heb gehad. In een 2001-2002 studie met Menno Wigman, ook een punkdichter, had ik het al eens gezien maar nooit onderzocht, ook omdat er toen heel weinig archieven waren gedigitaliseerd. Nu ben ik het gaan googlen en kwam ik in een bepaald archief terecht en zag ik dat deze tekst van een vergeten Duitse dichter kwam die leefde van 1860 tot begin jaren 30. Hij schreef gedichten rond 1906 en was het bewijs dat het niet van Hitler is. Ik heb direct Trouw gecontacteerd maar die wilden niet rectificeren omdat de uitgever en schrijver zeggen dat het echt is. Een paar dagen later opent De Wereld Draait Door met dat gedicht. Ik heb er een stukje over geschreven met bewijsmateriaal dat het niet van Hitler is, maar er gebeurde verder niets.

Een half jaar later was ik met Jaap van den Born, een collega dichter met ook een fascinatie voor vervalsingen, aan het praten over dat Nederlandse dichters in het verleden gedichten hadden vertaald uit talen die ze helemaal niet beheersen. Ze hadden bestaande Engelse en Duitse vertalingen gepakt en die ook weer vertaald en dat had dus niks meer met het origineel te maken. Er was een discussie op Facebook daar over. En terwijl we daarmee bezig waren, brak de samensteller van het boek met die zogenaamde Hitler gedichten in en zei: “Schandalig wat jullie over mijn boek hebben geschreven. Ik eis dat jullie het gaan recenseren en anders sleep ik jullie voor de rechter”. Als iemand zo reageert, dan is er wel iets mis. Dus heb ik dat boek opgevraagd bij de uitgever, bekeken en gezien dat alle Hitler gedichten vervalsingen waren al dan niet door de man zelf gemaakt. Er stond ook nog een gedichten biografie in van andere dictators zoals Nero, Dzjengis Khan, Hirohito, noem maar op. De samensteller van het boek beweerde dat hij alle gedichten zelf had vertaald en al die biografieën zelf had samengesteld. ’t Was dus allemaal bijelkaar gejat. Plagiaat en pure oplichting. Toen we dat gingen uitdiepen leerden we heel veel over de vervalsingenindustrie rond Hitler. We hebben gepubliceerd, een paar kranten gingen over tot rectificatie maar niet De Wereld Draait Door. De VPRO rectificeerde eerst wel het interview met die man waarin hij werd voorgesteld als genie, maar trok de recrificatie na een aantal weken weer in.

Nog geen jaar later kwam het NIOD met een claim dat ze een heus Hitler schilderij zouden hebben. Groot in de Volkskrant, het was wereldnieuws. Jaap en ik vonden de claim wel heel erg lijken op het boek met de Hitler gedichten, dus hebben we dit ook onderzocht. Binnen een paar weken hebben we weerlegd dat het om een echt schilderij van Hitler ging. We besloten een boek over Hitlervervalsingen te maken – een ongoing proces, omdat we zo ontzettend veel tegenkomen.

Michael: Noem je favoriete Nederlandse en buitenlandse punkplaten uit die tijd.
Bart: Hele albums vind ik moeilijk dus hier zijn bands/songs.

Nederland
Door Mekaar – Grafkanker
Tändstickorshocks – To Hell With Shell
Revo – Fuck The School
Vacuüm – Groot
B.G.K. en Zmiv

Buitenland
Dead Kennedy’s
Crass
Stiff Little Fingers
Subhumans
Chumbawamba (de tijd voor het hitje)
Sham 69
Cockney Rejects

D.J.N. 1982