Interview: Ralph Schippers aka Bo Bookshelf
Known For: vocalist for Funeral Directors
By: Kees Smit/nederpunk.punt.nl
How: Email
When: November 2005

@ Oktopus, Amsterdam 1979

Bury Me Fast

Kees: Wanneer ben je voor het eerst in aanraking gekomen met het verschijnsel punk?
Ralph:
 Ik las in 1976, toen was ik 19, in een Amerikaans tijdschrift een recensie van de eerste lp van de Ramones. De journalist vond het helemaal nix, maar hoe hij de muziek omschreef, nihilistisch, maar drie accoorden, heel snel, agressief, intrigeerde mij juist. Toen heb ik die elpee gekocht. Je kon hem alleen krijgen bij RAF in de Rijnstraat, als ik het me goed herinner. Ik wist niet zo goed wat ik met die plaat aanmoest, het was dus niet: eureka! ‘t Woord punk stond toen ook nog nergens. Daarna ben ik in 1977 naar een concert van de Jam geweest in Paradiso. Dat vond ik wel aardig, maar de explosie in mijn hoofd vond plaats toen ik kort daarna naar de Damned ging in de Melkweg. Ze hadden trouwens twee voorprogramma’s; ‘t eerste was de Police, die nog volkomen onbekend waren. ‘t Tweede was Wayne County & the Electric Chairs. Wayne County was half omgebouwd tot vrouw. Hun leukste nummer was “If you don’t wanna fuck me, baby, baby fuck off!”. Maar goed, de Damned waren fantastisch. Zoiets had ik nog nooit gezien of gehoord. Ik was helemaal verkocht. Er werd al gepogo’d en ik ging als vanzelf meedoen. Een flink deel van het optreden stond ik trouwens vlak bij een van de boxen, met als gevolg dat ik een paar dagen stokdoof ben geweest aan één oor. Maar dat donderde niet. Ik had de muziek gevonden waar ik m’n hele leven al naar gezocht had.

Kees: Hoe ben je actief geworden in de punk-scene en wat heb je zoal gedaan?
Ralph:
 Ik ging naar alle concerten, 999, Stranglers, The Boys, The Heartbreakers met Johnny Thunders, The Ramones. Het beste optreden was Sham 69 in Paradiso – dat was in ’78 . Op ‘t eind stond de hele zaal zo’n beetje op het podium. Niet dat ’t uitverkocht was, ‘t was nooit uitverkocht in die tijd, je ging er gewoon heen en kocht een kaartje. Meestal kostte het vijf piek plus lidmaatschap. Ik ben nog een keer helemaal naar Rotterdam afgereisd om de Pistols te zien in een of ander rotzaaltje, maar dat was nou juist wel net uitverkocht, precies toen ik eindelijk de kassa had bereikt. Dat was wel volkomen kut. Maar alle andere belangrijke groepen heb ik gezien. Wat Nederlandse bands betreft steeg Panic natuurlijk overal bovenuit. Daar ben ik vaak naartoe geweest. Altijd één groot feest en één grote puinhoop op ‘t eind. Hele goeie muziek en hele goeie teksten. Heb je verder ooit een punkband gehoord die het had over Bukowski of Heidegger? Ich nicht.

Verder vond ik de Suzannes heel okay. En alle bands waarin Pieter Kooijman speelde. Ik was ook een fan van de Softies, met Big Mick. Die is helaas overleden, las ik op jouw site. De Softies hebben een van beste punksingles aller tijden gemaakt: Suicide Pilot. ‘t Ging mij om de muziek. Veel Nederlandse bands waren vooral aan ‘t schreeuwen en aan ‘t slopen, met name toen de kraakbeweging in de jaren 80 de punkscene annexeerde. De statements werden toen belangrijker dan de songs. Ik ben een paar keer in dat Zebrahuis geweest in de Sarphatistraat en in ‘t kraakpand daar tegenover, maar met die mensen had ik niet zoveel. Ik hing liever rond in No Fun, de punkplatenzaak van Hansje Joustra op de Rozengracht. Ik kwam een keer op zaterdagmiddag binnen toen net “What do I get” van The Buzzcocks was uitgekomen. De hele tent stond op en neer te springen. Fantastisch was dat. Wat je deed in die tijd, eind jaren 70, was een band beginnen. Dus ik ook. Ik speelde nix, daarom werd ik zanger. M’n eerste groep was de Guv’nors, met m’n vriend Rob op gitaar. Maar dat hield op toen hij aan de heroine raakte en z’n gitaar verpandde. Doodzonde; volgens mij had hij een van de beste gitaristen van Nederland kunnen worden. Daarna kwam ik via Hansje in contact met Pieter Kooijman en toen heb ik in ’79 Funeral Directors opgericht. De eerste bezetting was met Pieter en Kleis Sorgdrager op gitaar, D.W., aan wie ik verder niet herinnerd wil worden omdat hij eigenlijk een fuckin’ hippie was, op bas en Alinus van Wijk, een schoolvriend van Pieter, op drums.  Als ik het goed heb, speelde Pieter toen in vier bands tegelijk, namelijk ook nog in: God’s Heart Attack, the Helmettes en Mecano. Al lag Mecano op dat moment even op z’n reet, geloof ik. Pieter kwam op zaterdag nog wel eens te laat op de repetities, omdat-ie samen met Dick Polak de bezorging deed van een of ander horeca-blaadje. In de oerbezetting hebben we 3 optredens gedaan. Het beste was in het B.O.C. (Buitenvelderts Ontmoetings Centrum), waar voor wij opkwamen de hele avond disco werd gedraaid. Het publiek was ook geheel disco. Het eindigde in een totale puinzooi waarbij we glazen bier naar onze kop kregen en ik nog m’n microfoonstandaard het publiek in heb gesmeten. Die kwam trouwens even hard weer terug. Uiteindelijk konden we net het vege lijf redden in ons busje, achtervolgd door woedende disco’s. Daarna kreeg Pieter het te druk met Mecano en besloten we onszelf op te heffen. Het B.O.C. is pas geleden afgebroken.

@ Paradiso, Amsterdam 1981

In 1980 kreeg ik er toch weer zin in en richtte ik Funeral Directors opnieuw op, dit keer met o.a. Cees Holtman op drums en Bas Scholten, die later in Van Vollenhoven is gaan spelen, op bas. We deden wat optredens in kraakpanden. Na eentje op de Ouwe Zijds Achterburgwal probeerde Hans Kok, die kraker die later in een politiecel is overleden – nog een deel van ons drumstel te jatten.  Maar toen onze drummer op hem dook, maakte-ie snel dat-ie wegkwam. Het absolute hoogtepunt van Funeral Directors was het optreden op 3 juli 1981 in de grote zaal van Paradiso. Die avond speelden o.a.  ook de Ex en Panic Special, een soort vervolg op Panic. Ik zie Peter nog wel eens, hier in de buurt. Hij ziet er nog steeds indrukwekkend uit. Dat legendarische optreden met hem als Sinterklaas en al dat vuurwerk op z’n borst zal ik nooit vergeten. Anyway, voor mijn gevoel gaven we een briljant concert. De zaal was heel enthousiast. Ik had geregeld dat er een opname werd gemaakt via het mengpaneel, maar de idioot die ons geluid regelde had wat knopjes verkeerd ingedrukt: op de tape hoor je heel hard de zang en de bas en heel ver op de achtergrond de gitaar en de drums. Daar baal ik nog steeds van. Na dit succes dachten we dat we het helemaal gingen maken. Alleen verschilden de onderlinge meningen behoorlijk over hoe we het dan moesten maken en met wat voor materiaal. ‘t Eind van het liedje was dat we nog één optreden hebben gedaan – weer in een kraakpand – en daarna met ruzie uit elkaar zijn gegaan. Dat was eind ’81. Ik schreef destijds ook nog voor het Amsterdams Stadsblad. Als het even kon, ging het in mijn stukken over punk. De hoofdredacteur was altijd aan het mopperen dat ik mijn hobby niet in de krant moest uitleven. Een hobby? ‘t Was het enige dat er toe deed!

Kees: Hoe waren de reacties van ouders, vrienden e.d. op het feit dat je punk was?
Ralph:
 Mijn ouders zaten er niet mee, die waren heel ruimdenkend zoals dat toen heette. Ik ben er wel wat vrienden door kwijtgeraakt. Die bleven steken bij Yes en andere symfonische ellende. ‘t Ergste vond ik mensen niet niet van punk hielden, maar zogenaamd wel van The Stranglers, want die hadden een orgel, en van Blondie, want die maakten ‘normale’ muziek. Die mensen hadden die argumentatie bedacht om er toch een beetje bij te horen. Nix tegen de Stranglers trouwens, heb ik nog een prima concert van gezien in Groningen, met 999 in het voorprogramma. 999 was wel beter. Blondie vond ik shit. En waarom iedereen zo op Deborah Harry geilde heb ik ook nooit begrepen. Siouxsie vond ik ook vervelend. Gaf mij maar Arie Up van de Slits. Bij de krant had niemand er een probleem mee dat ik punk was geworden, maar als ik in m’n punkoutfit de burgemeester van Amstelveen of de directeur van de KLM ging interviewen, zag je die mensen wel even vreemd opkijken. En in Buitenveldert, waar ik toen woonde, waren Rob & ik de enige punks. Dan werd je wel eens nageroepen enzo. Maar als Rob zich omdraaide, werd het meteen stil. Hij kwam nogal… gevaarlijk over, zal ik maar zeggen.Ik kan me herinneren dat ik Buitenveldert naar de kapper ging en een punkkapsel bestelde. Daar had-ie nog nooit van gehoord. Maar ik had een foto van Johnny Rotten meegenomen als voorbeeld. Die man werd helemaal blij. “Dus ik kan me gewoon uitleven?”, zei-ie. Was weer eens wat anders voor hem.
Als je naar de Melkweg ging moest je wel opletten. Op de hoek voor de Melkweg had je een café waar veel disco’s zaten. Die kwamen wel eens met z’n allen naar buiten rennen om je aan te vallen.

Kees: Hoe kijk je achteraf op de punkperiode terug, wat waren positieve en negatieve kanten er van?
Ralph:
 De popmuziek was ingeslapen en kreeg van de punk een schop onder z’n reet. Dat was hard nodig, want op dat moment maakten Queen en Rod Stewart de dienst uit. Er gebeurde eindelijk weer eens wat in kleine zaaltjes en andere rattenholen. Do it yourself was het credo en daar is veel moois uit voortgekomen. Die schop dreunt wat mij betreft tot vandaag de dag door. Negatief werd het, zoals ik al zei, toen de kraakbeweging en andere politiek correcte gasten zich ermee ging bemoeien. Ik heb altijd een stronthekel gehad aan politieke punk. Dat leidde tot een band als Crass. Die waren zogenaamd punk. Alleen was hun muziek niet om aan te horen en waren ze allemaal onbespoten hippies die in een commune woonden. Bah!

@ Amstelveen 1979 (1ste optreden)

Kees: Heb je in de punktijd ervaringen opgedaan of dingen meegemaakt die van belang zijn geweest voor je persoonlijke ontwikkeling, je wereldbeeld etc.?
Ralph:
 Punk is extreem belangrijk geweest voor mijn persoonlijke ontwikkeling. Voor dat concert van The Damned bestond ik eigenijk niet. Die avond ben ik uit m’n schulp gekomen. Daarna durfde ik alles, daarvoor bijna nix. Of, zoals 999 zegt op hun eerste single: I’m Alive! Zo is het sindsdien gebleven. Ik ben nou 48, maar ik ga nog geregeld naar de Melkweg en Paradiso om bandjes te kijken. Laatst heb ik nog een ontzettend goed concert van Editors gezien. Fuck Franz Ferdinand en de Kaiser Chiefs, Editors rule! En het best bewaarde geheim van de Nederlandse scene van dit moment is Avec A. Gaat dat zien, als je van rechtgeaarde teringherrie houdt!

Kees: Wat zijn je vijf favoriete punkplaten?
Ralph
:
Singles:
Teenage Kicks – Undertones
Everybody’s happy nowadays – Buzzcocks
Emergency – 999
Borstal Breakout -­ Sham 69
Something to believe in – Ramones

Elpees:
Ramones – Ramones
Damned, Damned, Damned – Damned.
Another music in a different kitchen – Buzzcocks
Tell us the truth – Sham 69
Cycledelic – Johnny Moped

Kees: Wat wil je zelf nog toevoegen?
Ralph:
 Iemand stelde een tijdje geleden voor een echt overzicht van de Nederpunk te maken, zonder gelul over auteursrechten. Lijkt mij een prima plan. Daar moet toch wel een box met 4 of 5 cd’s inzitten. Ik stel de opnames van Funeral Directors graag beschikbaar.

@ Oktopus, Amsterdam 1979