Interview: Martin Woudstra
Known For: guitarplayer for Workmates and A4
By: Kees Smit/nederpunk.punt.nl
How: Email
When: November 2006
Kees: Wanneer ben je voor het eerst in aanraking gekomen met het verschijnsel punk?
Martin: Dat was in 1977 met de eerste LP van de Ramones. Ik dacht dat ik gék werd toen ik die voor het eerst hoorde. Dit was de muziek waar ik altijd naar had gezocht! Hier vloeit dan ook meteen uit voort dat het bij punk voor mij in eerste plaats om de muziek ging en niet om de subcultuur er omheen. Ik was toen een jaar of 23 en speelde al een aantal jaren gitaar, beinvloed door o.a. Judas Priest, Deep Purple, Status Quo en MC5. De ‘heavy’ gitaarhoek om het zo maar te zeggen.
Kees: Hoe ben je actief geworden in de punkscene en wat heb je zoal gedaan? Als je in bands hebt gespeeld, wanneer waren die actief en wat was de bezetting (indien mogelijk ook met bezettingswisselingen)?
Martin: Na ongeveer een jaar, toen de punkmuziek/beweging steeds groter werd moest ik gewoon ook in een band spelen. Ik speelde goed slaggitaar en powerchords en dat was in feite alles van je nodig had. Binnen mijn vriendenkring ben ik als eerste met Harry Stork om de tafel gaan zitten, die een uiterst begenadigd tekstschrijver bleek te zijn en -naar later bleek- ook een eersteklas performer én zanger. Harry zag het ook wel zitten en binnen zijn vriendenkring werden Berna van Baarsen (zang), Herman Lohmeijer (bas) en Herman Voogd (drums) gevonden. Alleen Herman Lohmeijer had bas ervaring en de anderen zijn volgens het ‘al doende leert men’ principe ingestapt. Ons eerste optreden was op een privéfeestje voor vrienden en het ging eigenlijk best goed. Kort daarop hebben we op koninginnedag bij Diana Ozon in de Sarphatistraat gespeeld. Toen ging het snel en volgde vele optredens Ik schreef meestal de muziek en Harry maakte de teksten. Soms viel het zwaar omdat ik de enige was met een vaste baan en ieder weekend optreden en 5 uur ‘s ochtends naar je bed is niet bevorderlijk voor je werk… Highlights waren twee optredens in Berlijn (samen met The Ex) en het optreden in het NRC. Voor de rest hebben we zo’n beetje ieder jongerencentrum in Nederland gezien. Maar nog steeds kon ik me eigenlijk nog nauwelijks identificeren met de punkscene als subcultuur. Ik had m’n haar zwart geverfd en droeg een lederen jack à la Johnny Ramone en dat was het dan zo’n beetje. Ik denk dat het feit dat ik een vaste baan had, een geregeld leven leidde, geen drugs gebruikte en niet dronk, daar ook mee te maken heeft gehad; ik voelde me er een beetje buiten vallen en concentreerde me derhalve volledig op de muziek. Na anderhalf jaar kwam de klad er in. Beide Hermannen en Berna begonnen duidelijk andere muzikale interesses te krijgen; zeg maar in de richting art-achtige punk (Wire, Devo) en New Wave, terwijl Harry en ik de old school gitaarpunk wilde blijven volgen. Tijdens een emotionele bijeenkomst -dat zal ongeveer ergens eind 79 zijn geweest- zijn de Workmates opgeheven.De Hermannen en Berna, aangevuld met de gitaristen van Tox Modell gingen verder als Technoville en waren redelijk succesvol. Ze hebben ook nog een LP uitgebracht maar de naam daarvan is me ontschoten. Harry en ik hebben toen A4 opgericht en Geurt (die net bij The Ex ontslagen was) aangetrokken als drummer. Omdat er geen bassist voorhanden was heb ik mijn ex, Charlotte Smits (inderdaad, de latere partner van Johan van Leeuwen!) een spoedcursus bassen gegeven en zij werd het vierde A4 lid.
Zelf zie ik A4 als een evolutie van de Workmates. De muziek, hoewel nog steeds snel en gitaar gebaseerd, werd meer open en melodieuzer. Zowel Harry als ik voelden ons bevrijd van het compromissen moeten sluiten, want het waren uiteindelijk de compromissen die ons slechte recenties in de Oor gaven. “Ongeïnspireerde compromismuziek” schreef Oor over een van onze laatste concerten.
Het ging een tijdje goed met A4 totdat er steeds meer conflicten kwamen tussen Harry en Charlotte en tussen Charlotte en mij. Harry gaf er op een gegeven moment de brui aan en werd vervangen door Paul (achternaam onbekend) die naar ik meen een vriend van Geurt was. Ik ervaarde dat als een stap terug; ten eerste omdat Harry een van mijn beste vrienden was (we kenden elkaar al van vér voor de punk) en vanwege het feit dat Paul het qua zang en performance niet háálde bij Harry. Na nog een half jaar of zo werd de situatie tussen mij en Charlotte onhoudbaar (mijn nieuwe vriendin kon haar bloed wel drinken en vice versa) en hebben we besloten om Charlotte te ontslaan. Een nieuwe bassist (een goeie trouwens, maar zijn naam ben ik kwijt) werd gevonden via een advertentie in de Oor maar eigenlijk was voor mij de lol er al een beetje af. Enige tijd later raakte ik mentaal behoorlijk in de knoop en donderde in een zware depressie. Eind 1983, kort nadat we ‘Aanklacht’ hadden opgenomen, heb ik -met spijt in mijn hart- moeten stoppen met muziek.
Kees: Bezit je opnamen van een of meer van de onder drie genoemde bands die niet zijn uitgebracht op vinyl of CD?
Martin: Ik ben ik het bezit van de Workmates EP ‘All work and no play makes Jack a dull boy’ en de verzamel LP ‘Groeten uit Amsterdam’ waar de Workmates opstaan met “Hey You!’ De verzamel LP ‘Als je haar maar goed zit’ waar A4 op staat heb ik helaas niet meer. In tegenstelling tot Harry ben ik een bijzonder slechte archivaris.
Kees: Hoe waren de reacties van ouders en vrienden toen je punk “werd”?
Martin: Wat mijn ouders bereft, erg laconiek. Uiteindelijk was ik al 24 en had mijn eigen leven. Mijn vrienden waren allemaal punk.
Kees: Hoe kijk je achteraf op de punkperiode terug, wat waren positieve en negatieve kanten er van?
Martin: Ik kijk terug met gemengde gevoelens. Het was zo jammer dat deze periode waarin ik eindelijk mijn muzikale creativiteit en energie kwijt kon, nou net samen moest vallen met een rampzalig privé leven. Indien dat anders was geweest dan weet ik zeker dat er veel meer in had gezeten.
Kees: Heb je in de punktijd ervaringen opgedaan of dingen meegemaakt die belangrijk zijn geweest voor je wereldbeeld, je persoonlijke ontwikkeling e.d.?
Martin: Tja, daar kan ik kort in zijn: niet echt. Zoals ik hierboven al schreef, ik heb me nooit punk gevoeld in de zin van overal tegenaan moeten schoppen en extreem gedrag en mijn wereldbeeld had ik min of meer toch al gevormd. Mijn grootste punkdaad was het medekraken van de Willibrordusschool aan de Ceintuurbaan, waar ik een paar jaar gewoond heb. Wel heeft het me muzikaal gevormd; ik (thans 52 jaren) luister nog steeds het liefst naar snoeiharde gitaarrock en punk, en als ik hier thuis de gitaar omhang kunnen de buren maar beter een straatje om…
Kees: Wat zijn je vijf favoriete punkplaten?
Martin:
In random order:
Ramones – Ramones
Siouxsie & the Banshees – JuJu
Sex Pistols – Never mind the bollocks
Dead Kennedy’s – Fresh fruit for rotting vegetables
Damned – Damned, Damned, Damned
Kees: Wat wil je zelf nog toevoegen ?
Martin: Ik ben erg blij met je site. Leuk om alles nog eens na te lezen en al die oude namen tegen te komen. Het ‘Oh ja!’ gehalte is erg hoog. Punk is nog steeds niet dood…
Workmates
1978 – Art In Revolution 4
0 Comments