Interview: Herman de Tollenaere
Known For: singer for Cheap ‘n’ Nasty, editor for Pin fanzine
By: Kees Smit/nederpunk.punt.nl
How: Email
When: July 2007

Kees: Wanneer ben je voor het eerst in aanraking gekomen met het verschijnsel punk?
Herman
: In 1977. Ik woonde vrij geïsoleerd in het dorp Warmond. Ik had een krakkemikkig transistorradiootje, waarmee ik, als er niet te veel gekraak in de ether zat, ‘s avonds laat in bed (door het tijdsverschil Engeland-Nederland) John Peel, die op de BBC vrij veel punk draaide, kon horen. Ik luisterde zelfs wel eens naar het commerciële piratenstation Radio Caroline in de hoop dat er ooit iets dat op punk leek gedraaid zou worden. Maar de enigen die Caroline soms draaiden in die buurt waren de Stranglers heel af en toe. Ik ging wel eens langs bij een mede-Warmonder die wat punkplaten had. Het eerste punkoptreden dat ik meemaakte was de band de Softies (opgericht door Captain Sensible in Nederland toen hij even niet in the Damned zat) in Leiden. De VARA TV uitzending (met als titel: No Fun? Ik weet het niet meer zeker) met o.a. de Amsterdamse winkel van in elk geval die naam in beeld maakte nogal wat indruk op me.

Kees: Hoe ben je actief geworden in de punkscene en wat heb je zoal gedaan?
Herman
: Ik merkte dat de radio en andere grote media en de officiële concertzalen mij niet voldoende punk zouden brengen. Dat ik dus mijn eigen punkblad en mijn eigen band zou moeten gaan opzetten. Ik las de verzamelde afleveringen van het eerste Londense punk fanzine Sniffin’ Glue (1976-1977) van Mark Perry, die mij stimuleerden.

Het blad lukte me als eerste, op een een mei feest in 1978 in Leiden met Mariska Veres van Shocking Blue (een van mijn muzikale favorieten voor de punk begon) kwam ik Ruud van Egmond en John Gommans tegen. Jan Stamhuis kwam er al snel bij, om met zijn vieren het fanzine Pin te gaan maken. Later deed ook Soj (ofwel Jos) uit Warmond mee; en Rinie, later concertorganisatrice in Amsterdam. Ook mijn medebandlid Terry interviewde later wel eens mee voor Pin, o.a. met Siouxsie and the Banshees in Amsterdam. In de eerste nummers o.a. interviews met de Leidse “new wave achtige” band Munk the Punk and his flying testicles; en Ivy Green, vlak bij Leiden in Hazerswoude; the Flying Spiderz toen die in een studentensociëteit aan de Hoge Woerd in Leiden optraden; en Panic uit Amsterdam. Later nog veel andere geïnterviewden, o.a. de Railbirds, de Rondo’s, Jesus and the Gospelfuckers, Infexion, Motorboat, Helmettes, Dummies, Crass, Poison Girls, Chelsea, Mark Perry, Patrik Fitzgerald, Siouxsie and the Banshees, The Raincoats (die later inspiratiebron voor Nirvana en Hole zouden worden), Mo-dettes, Slits, Liliput (uit Zwitserland; die van de fabrikant geen Kleenex meer mochten heten), Chelsea, Swell Maps, the Damned, the Ruts, the Members, Lurkers, Stiff Little Fingers, Undertones, Buzzcocks, Fatal microbes, Gang of Four, Mekons, Ramones, the Bloods.

Een leuk interview was met Poly Styrene (van X-Ray Spex, maar die band was toen uit elkaar en ze wist nog niet helemaal wat ze verder ging doen). Niks sterallures; bij haar thuis, zij waste af en beantwoordde de vragen; ik droogde af en stelde de vragen. Overigens: veel mensen dachten toen en later dat ze van gedeeltelijk Jamaicaanse afkomst was, maar ze is gedeeltelijk Somalisch. X-Ray Spex zou nog een keer optreden in Paradiso, ik erheen; maar pas op de avond zelf bleek alleen Ivy Green te spelen.
Pin organiseerde ook het eerste punkconcert, eind 1978, in het gekraakte NRC gebouw in Amsterdam, samen met het Amsterdamse punkblad Razorblade van Carlo Edel. We brachten toen ook een gezamenlijk nummer uit, omdat zij een jaar, en wij een half jaar, oud waren. Op het concert traden o.a. Ivy Green, de Bugs, Infexion, en Jezus and the Gospelfuckers op. Er was een goede sfeer met veel publiek (o.a. nog een Duitse, later in Malaria en de Nina Hagen band).

Het opzetten van een band ging iets langzamer. Op het prikbord van punkwinkel No Fun in Amsterdam zag ik een briefje dat een gitariste een band zocht. Daar reageerde ik op; daar bleek Pebbles Willekes, later van Motorboat, achter te zitten. Maar met zijn tweeën waren we nog geen band en het ging niet door. Later, toen Cheap ‘n’ Nasty al opgericht was, konden we optredens krijgen in Engeland, maar onze gitarist kon toen niet mee. Toen boden we Pebbles van Motorboat aan om als vervangend gitariste dan mee te gaan. Pebbles was bereid om naar Leiden te komen om de Cheap’n’ Nasty songs te oefenen; maar dat oefenen was helaas weer op een tijd dat ik, die de sleutel van die oefenruimte waar versterkers en drumstel stonden had, daar niet bij kon zijn. Ik leende de sleutel uit aan iemand die die aan onze drummer zou doorgeven, maar die afspraak liep mis. Met als gevolg, dat het oefenen van de Cheap ‘n’ Nasty songs moest gebeuren op de achterbank van het autootje van onze bassiste Terry. Nu was dat autootje piepklein, en Terry en Pebbles waren allebei een stuk langer dan het gemiddelde meisje, en die bas- en elektrische gitaren waren ook niet van de kleinste … Ik ben er dus helaas zelf niet bij geweest, maar ik heb bewondering dat er überhaupt nog gerepeteerd is, terwijl de drummer buiten de auto luisterde (er schijnt nog politie langsgekomen te zijn die de zaak verdacht vond … Maarten had zwart haar, dus leek volgens de agent op een Marokkaan, en dan met fel rood/hardblauwharige meiden in een auto, dat lijkt heel verdacht volgens de politie …). Overigens gingen de optredens in Engeland daarna weer niet door. Pas later traden we op in The Kingfisher in Ipswich in Engeland (we logeerden bij de ouders van een fanzinemaker in Ipswich), brachten onze EP’s naar o.a. Rough Trade in Londen, en werden geïnterviewd door muziekweekblad Sounds, die onze Cover Girl EP toen de op 1 na beste plaat van de week vond.

Na het eerste contact met Pebbles was er in 1978 nog een meisje met elektrische gitaar in Oegstgeest, en een jongen in Noordwijk, maar we konden de bedoelde band niet rond krijgen. Samen met de uit noord-Engeland (Manchester) afkomstige, naar Leiden verhuisde, gitarist “Jimi Schmendrix”, die ik kende via de Dummies, probeerde ik, o.a. op een jamsessie in het Leidse Volkshuis met o.a. songs van de Ramones, een band op te zetten, maar ook dat lukte nog niet. Bij een optreden in het LVC in Leiden kwam ik wat later toen Terry uit Delft tegen, met opvallend gekleurd haar (toen al blauw? of fel roze?), die bassiste was geweest in de Banana Sisters, een van de eerste Nederlandse punkbands. Al snel vonden we toen drummer Maarten en gitarist Rob.

Het eerste optreden van Cheap ‘n’ Nasty was op een feest in een groot kraakpand waar veel Engelse “gastarbeiders” woonden, aan het Levendaal in Leiden. Dat was toen ook onze oefenruimte. Als wij oefenden, kwam de buurman klagen: “In de oorlog was ik dwangarbeider in Dresden tijdens het bombardement; maar deze herrie is erger”! Onze drummer kon niet meedoen die eerste optree-avond wegens school, en de drummer van Munk the Punk and his flying testicles was zo vriendelijk om in te vallen. Maar die kende onze nummers niet, dus speelde hij te langzaam, waardoor we heel “experimenteel” klonken. Ik heb het bandje van dat live optreden later nog eens in Rough Trade in Londen laten horen. Daar waren ze er enthousiast over; ze vonden het wat op Captain Beefheart lijken. Maar het was bij ons niet zozeer bedoeld als “experimentele punk”, zoals Alternative TV van Mark Perry van Sniffin’ Glue, of het latere werk van de Slits of The Ex, maar meer dat die drummer die avond improviseerde omdat hij ons werk niet kende! Daarna traden we op in Voorschoten, samen met o.a. Crass en Poison Girls. Andere bands waar we wel eens samen mee speelden waren Ivy Green, The Bugs, de U.K. Subs, The Ruts, The Sound van Adrian Borland, Bauhaus, Vice Squad van Beki Bondage. Een grote tournee in Nederland, België, en West-Berlijn deden we samen met de band Zounds uit Engeland (zij zaten op Crass Records).

Wij speelden wel eens voor acties, zoals in het Paard van Troje in Den Haag als benefiet voor de eerste grote anti-kruisrakettendemonstratie in Amsterdam in november 1981 vlak erna. Toen het busje wegreed bij het Paard, hield de politie ons nog aan, en wilde ons bang maken om niet naar die demonstratie te gaan:: daar zouden zogenaamd gevechten uitbreken .. Wel, er waren honderdduizenden demonstranten, en geen gevechten.
Eerder speelden we in het Amsterdamse bos, op een demonstratie voor het recht van vrouwen op abortus.

Het hoogtepunt qua optreden was in Tilburg, samen met plaatselijke bands. Het publiek was heel enthousiast. Na afloop een hevige omarming uit vreugde over het optreden met drumster Ria, anders weleens terughoudend en zwaartillend. Later traden wij daar opnieuw op met de Ruts.

Na het ophouden van mijn band Cheap ‘n’ Nasty heb ik nog optredens geregeld voor de Miami Beach Girls, o.a. met de U.K. Subs in Paradiso. In de Miami Beach Girls, ons vroegere “voorprogramma” van o.a. in Paradiso zaten o.a. Ria, en Saskia (zie hier onder).

Kees: Als je in bands hebt gespeeld, wanneer waren die actief en wat was de bezetting (indien mogelijk ook met bezettingswisselingen)?
Herman
: Cheap ‘n’ Nasty, 1979-1982. Oorspronkelijke bezetting: ik (zang, speelgoedsaxofoon kwam later, veel songschrijven; soms op elektrische gitaar, meestal op keyboard; maar die speelde ik niet bij optredens). Terry (ex Banana Sisters uit Delft, een van de eerste Nederlandse punkbands; basgitaar; zang, veel songschrijven. Zij kenden de punks in Brighton in Engeland goed, o.a. Poison Girls waar ze later wel eens logeerde. Zij had nog een basplectrum gekregen van Tina Weymouth van de Talking Heads. Suzi Quatro was haar inspiratie geweest om te gaan bassen). Rob (Sassenheim, gitaar). Maarten (Warmond; drums, schreef wel eens songs).

Rob werd op gitaar vervangen door Kees Tazelaar, ex-Brommers uit Den Haag. Zie http://www.donemus.nl/componist.php?id=557 voor wat hij tegenwoordig doet. Hij kon goed spelen met o.a. fuzzbox-effecten, waardoor ons geluid enigszins zeg maar de Siouxsie and the Banshees-richting uitging, wat sommige punks meer waardeerden dan andere. Er zaten ook reggae-invloeden in onze muziek, wat o.a. punks in Amsterdam (Koekrand; Razorblade) vaak wel waardeerden, Rotterdamse minder. Maar eigenlijk klopte die tegenstelling Amsterdam-Rotterdam niet, en pasten wij er niet in, want die reggaeinvloed zat er in via Terry, en als Delftse had zij juist meer contacten in Rotterdam dan in Amsterdam.

Maarten kon lang niet altijd optreden wegens zijn school. Na enige tijd werd de oplossing daarvoor dat Ria dan inviel op drums. Zij was een groot Patti Smith en Bob Marley fan, en had nog met haar toenmalige band in de film Een vrouw als Eva gespeeld. Bovenstaande was onze samenstelling toen wij onze plaat opnamen, en bij de grote tournee met Zounds.

Kees vertrok bij de band omdat hij meer aan zijn opleiding moest doen. Hij werd vervangen door Andy van Ruyven, ex-Napalm, uit Den Haag. Daarna door Marco, ook uit Den Haag. Wij hadden er inmiddels een saxofoniste bij, Raphaelle Devins uit Besancon in Frankrijk. Zij was vroeger gitariste geweest van The Lou’s, de eerste vrouwenpunkband van het Europese vasteland, die in 1977 samen met o.a. de Damned speelden op het eerste Franse punkfestival in Mont de Marsan. Hoe kenden we Raphaelle? De drumster van de Lou’s, Saskia (of: Syama, zoals zij zich later noemde) de Jong, was Nederlandse, net als ik in Leiden geboren. In 1975-1977 zat ze afwisselend in Parijs en Londen, waar ze in de opkomende Britse punkscene rond de kledingwinkel van Malcolm MacLaren en Vivienne Westwood terechtkwam. Ze kreeg allerlei aanbiedingen voor in Engeland, maar ging uiteindelijk drummen in een band met drie Franse vrouwen samen. De Lou’s speelden in 1977 o.a. een tournee door Engeland samen met de Clash. Uiteindelijk ging ze terug naar Leiden. Ria, onze tweede drumster, was toen haar vriendin. Toen wij onze EP met vier songs opnamen, ging Saskia mee naar de studio en stelde daar het drumstel mede op. Saskia vormde met Ria een nieuwe band, de Miami Beach Girls, die vaak samen met ons optraden. We hadden toen ook dezelfde oefenruimte, bij Ria thuis. Toen Captain Sensible van de Damned later in Leiden kwam, bracht ik hem in contact met Saskia; ze kenden elkaar nog o.a. van het Mont de Marsan festival. In wat andere samenstelling werden de Miami Beach Girls later de Love Cramps. Raphaelle bezocht Saskia in Nederland, bleef hangen en werd Cheap ‘n’ Nasty saxofoniste. Ze vond het alleen niet zo leuk als ik speelgoedsaxofoon speelde. Ze zag dat misschien als een soort parodie op haar grote saxofoon. Dat was niet zo, ik speelde al kazoo-speelgoedsaxofoon voor Raphaelle er bij kwam, ook op onze plaat.

Terry vertrok uit de band. Op de bas-plaats kwam eerst Jos, medewerker van fanzine Pin. Daarna Andrea uit Wassenaar, uit de Miami Beach Girls. Tenslotte Heleen uit Oegstgeest, ex-Femmes Fatales.
Na het vertrek van Maarten en Ria (zangeres geworden bij de Miami Beach Girls) kwam er een veertienjarige jongen uit Leiden op drums.
Op een gegeven ogenblik konden we steeds minder optreden. Daardoor gingen we minder repeteren.

@ Levendaal, Leiden 12.04.1980

Cheap ‘n’ Nasty is officieel nooit opgeheven. Maar zo kwam er wel op een gegeven ogenblik een laatste repetitie, waarbij we vergaten een nieuwe af te spreken.
Onze roadies waren twee aardige middelbare schoolmeisjes, Bouke en haar schoolgenote, die bereid waren opgevouwen in overvolle huurbusjes te zitten en met versterkers en instrumenten te sjouwen om ons in andere plaatsen te kunnen horen.
Vaak werden de busjes gereden door chauffeuse Annemarie. Soms ver, Groningen of Eindhoven of Enschede. Soms niet zover: de Melkweg of een parkeergarage in de Bijlmer in Amsterdam.

Op een gegeven ogenblik, in mei 1982, ging ik met Saskia en andere Miami Beach Girls naar Tiel, waar een live optreden voor de VARA radio zou komen van Siouxsie and the Banshees, die we nog van vroeger kenden. De Banshees zouden optreden met de voor ons niet interessante Nederlandse doorsnee hardrockband Burning; maar we wisten de volgorde van de bands niet. Onze auto vertrok nogal laat. Om zeven uur zetten we de VARA uitzending op de autoradio aan. Als eerste band voor het eerste uur werd aangekondigd: Burning! Meteen een enorm gejuich in onze volle auto. Ik had nooit geweten dat we zo hard zouden kunnen juichen voor die muziek die onze smaak niet was; want dat betekende voor ons dat wij ruim de tijd hadden om nog voor het begin van het Siouxsie and the Banshees optreden in Tiel aan te komen! Tussen de twee optredens, in de open lucht bij de Waaldijk in Tiel, zond de radio om acht uur een korte nieuwsuitzending uit. Het nieuws was, dat die avond het kabinet Van Agt-Den Uyl ten val gekomen was door onenigheid. Daverend gejuich: CDA’er Van Agt was niet geliefd in Tiel. Toen het Banshees concert, waarbij Siouxsie toen ze zich iets te ver het publiek in boog, nog even van het podium het publiek in getrokken werd zodat de zang stopte. Ze vond het wel grappig.

Kees: Bezit je opnamen van een of meer van de onder drie genoemde bands die niet zijn uitgebracht op vinyl of CD?
Herman
: Ja, van Cheap ‘n’ Nasty; maar ik moet wel zoeken, en vrees het ergste over de kwaliteit.

Kees: Hoe waren de reacties van ouders en vrienden toen je punk “werd”?
Herman
: Vrienden: wisselend. Ouders in het begin niet zo positief, later meer.

Kees: Hoe kijk je achteraf op de punk-periode terug, wat waren positieve en negatieve kanten er van?
Herman
: Eigenlijk is “de punk-periode” nog niet over, want op Internet blijkt b.v. veel belangstelling voor video’s, websites enz. over zowel punkbands uit de jaren zeventig als nog maar kort geleden opgerichte.
De positieve kanten overheersten. Concerten, plaatopnames, bladen enz. opzetten buiten de gevestigde machten om. Nadeel was o.a. dat ik door een aanhanger van de voorlopers van Hans Janmaat’s fascisten het ziekenhuis werd ingeslagen, maar zulke idioten vond/vind je op verschillende plaatsen, zeker niet beperkt tot punkconcerten. In de jaren tachtig werd het politiek-economische klimaat in Nederland harder, jeugdcentra bezuinigden, wat minder optredens en uiteindelijk het einde voor mijn band betekende. Maar speciaal punk kan je daar niet de schuld van geven; met iedere andere niet commerciële muzieksoort zouden er soortgelijke problemen voor ons zijn gekomen.

Kees: Heb je in de punktijd ervaringen opgedaan of dingen meegemaakt die belangrijk zijn geweest voor je wereldbeeld, je persoonlijke ontwikkeling e.d.?
Herman
: Zeer zeker, de grote lijnen van mijn ideeën uit 1977-1982 sta ik eigenlijk nog steeds achter.
Tegenwoordig schrijf ik gedichten. Zie mijn gedichtenweblog op http://hermandetollenaeregedicht.web-log.nl/ Gedichten schrijven is anders dan songs schrijven; toch heb ik nu nog steeds wat aan mijn songschrijven in mijn Cheap ‘n’ Nasty tijd.

Kees: Wat zijn je vijf favoriete punkplaten? (graag twee lijstjes, uit NL en daar buiten)
Herman
: De lijstjes hier onder zijn niet noodzakelijkerwijze met de “beste” bovenaan, en de “op vier na beste” onderaan:

Nederlands:
Half twee – de Helmettes
I’m sure we’re gonna make it – Ivy Green
Van Agt Casanova – Paul Tornado
Lockheed – Railbirds
Jesus loves me but I don’t care – Subway

Buitenlands:
Love in a void – Siouxsie and the Banshees
Fairytale in the supermarket – The Raincoats
Hedi’s head – Kleenex
I can’t do anything – X-Ray Spex
New Rose – The Damned

Vijf is weinig; anders hadden de Sex Pistols, U.K. Subs, Ruts, Clash, Crass, Chelsea, Dead Kennedys, Mo-dettes, Slits, Sham69, Lurkers, Stiff Little Fingers, Undertones, Buzzcocks, Fatal Microbes, Public Image Limited, onze eigen plaat, e.a. er zeker bij gestaan.

Voor de zekerheid, wegens de dubbelzinnigheid van het woord ‘plaat’:

Langspeelplaten
It’s alive – Ramones
Feeding of the five thousand – Crass
Germ free adolescents – X-Ray Spex
Inflammable material – Stiff Little Fingers
Never mind the bollocks – Sex Pistols

Kees: Behoorde je tot een bepaalde “scene”, zo ja hoe heb je de sfeer/onderlinge contacten ervaren?
Herman
: Met de ex-Lou’s, later Miami Beach Girls, was er veel samenwerking die ik als positief ervaarde. Dat de twee bands nogal verschillend klonken was daar geen beletsel voor.

Kees: Wat wil je zelf nog toevoegen?
Herman
: Ik ging behoorlijk vaak naar Londen, naar winkels als Rough Trade, Small Wonder, en Better Badges, en schafde daar platen, badges, fanzines, enz. aan, grotendeels voor allerlei mensen die me daar om gevraagd hadden, zoals Diana Ozon en Hugo Kaagman van Zebra/Ozon, hoe het ook verder heette (de naam wisselde) in de Sarphatistraat in Amsterdam. Van Pin bracht ik, als ik in Londen was, ook Engelstalige uitgaven uit, die ik bij Better Badges vermenigvuldigde.

Een leuk verhaaltje: Pin werd door de VPRO-radio uitgenodigd voor een live programma met Marjoke Roorda. Wij hebben toen nog wat platen van onbekende Engelse punkbands meegenomen en gedraaid. Marjoke Roorda kondigde de slotplaat van de uitzending aan: “Nu komen de Pretenders” … Ik sprak haar, in de uitzending, meteen tegen: “Dat zijn niet de Pretenders, maar Penetration!” Wat ook klopte; ik had Penetration nog voor Pin geïnterviewd. Toen we het studiohok verlieten, kwamen we op de gang twee makers tegen van een ander VPRO-programma van toen: Black Star Liner, met o.a. reggae. De twee waren volgens mij Guilly Koster en Ivette Forster. Ivette had keurige damesachtige kleding aan. Maar kennelijk was iets gescheurd of losgeraakt. Zo gauw ze ons zag, stoof ze op ons af: “Gelukkig, punks! Jullie hebben vast wel een veiligheidsspeld voor me te leen!”. Die kon ik haar inderdaad geven en volgens mij heeft ze die nog steeds.

Eigenlijk zouden Terry en Saskia en Kees Tazelaar e.a. ook geïnterviewd moeten worden. En Raphaelle, maar volgens mij is ze allang weer in Frankrijk.

Kees: Bedankt voor het interview, Herman!

Nawoord Herman 14 Augustus 2020: In 2007 waren een paar fouten in mijn geheugen geslopen. Dankzij Cheap ‘n’ Nasty bassiste Terry weet ik nu in 2020 dat ik ons eerste en tweede optreden door elkaar had gehaald. Het optreden met Crass, Poison Girls en Sassenheimse en Voorschotense bands in Voorschoten was ons eerste optreden. Het optreden in kraakpand Levendaal 101 in Leiden was ons tweede optreden. De bewoners daar waren vooral voor Thatcher gevluchte Britse gastarbeiders. Eerder had ik daar een concert met Utrechtse punkbands zoals de Rakketax en de Nixe georganiseerd. We verhuisden onze oefenruimte na dat optreden snel naar het Noordeinde-kraakpand. Dat was een stuk dichter bij mijn flat. Zo hoefden wij Terry’s basversterker vanuit mijn kelder maar ruim honderd meter naar de oefenruimte te rollen. Daar sloten we dan mijn zangmicrofoon en de electrische gitaar ook op die basversterker aan.

Een andere fout in het interview is het Siouxsie and the Banshees optreden in Tiel. Dat was niet ‘in mei 1982’, maar in juli 1981. Dat Banshees-concert is beschreven in Engelstalige Pin 4.
Toen was niet ‘die avond het kabinet Van Agt-Den Uijl ten val gekomen’ maar onderhandelingen over formatie van dat kabinet waren vastgelopen (ook voldoende reden voor gejuich bij het Tielse Banshees-publiek).

De grote demonstratie voor het recht op abortus in Amsterdam in 1980 waar we speelden was in het Vondelpark, niet het Amsterdamse bos.
Terry speelde dus niet bij de Banana Sisters, oefende wel met ex-leden daarvan voor ze in Cheap ‘n’ Nasty kwam.

Andy van Ruyven was niet de vervanger van Kees. Dat werd in 1981 en bleef in 1982 Marco. Andy was in 1980 de vervanger geweest van eerste gitarist Rob. Net als Rob werd hij door Terry ontslagen.

Mijn gedichtenweblog is weg, omdat die webloghost ermee ophield.

Nawoord Terry/Cheap’n’Nasty 14 Augustus 2020:
Ik hield en houd (nog steeds) niet van reggae, het was dan ook geen reggae die ik inbracht bij Cheap ‘n’ Nasty maar de off beat van ska.
Niet Suzie Quatro maar Jean Jacques Burnell van the Stranglers was mijn inspriratiebron voor de bas in de eerste jaren. Hij liet horen dat de bas meer is dan een begeleidingsinstrument. Ik speelde dan ook vaak de melodie op de bas zodat Kees de ruimte kreeg om sologitaar te spelen.
In de zomer van 1981 heb ik gelijktijdig met Kees de band verlaten.
Van Kruisrakketten weet ik dan ook niets (heb ik ook niet gedropt)

Pin
All issues

Pim-Heleen-Herman-Marco 1982