Interview: Dirk Polak & Tejo Bolten
Known For: Mecano
By: Kees Smit/nederpunk.punt.nl
How: Face to face
When: February 2007

THOSE REVOLUTIONARY DAYS 

Kees: Om maar bij het begin te beginnen, Ton Lebbink (ex-drummer van Mecano) had het in een mailtje over Lulu Zulu & The White Guys die oefenden in de kelder van het huis van Diana Ozon en Hugo Kaagman in de Sarphatistraat. Was dat het begin van Mecano?
Dirk: Nee dat niet maar Tejo heeft volgens mij wel in die band gespeeld. Het is in zekere zin een basisband voor Mecano geweest want Ludwig Wisch speelde er ook in.

Tejo: Ja dat klopt.

Dirk: Tijdens de eerste sessies van Mecano was Ludwig ook van de partij. Hij heeft ook nog een solo-single gemaakt die op het Torso-label is uitgebracht. Verder was er de gitarist Pieter Kooijman die ook in God’s Heart Attack en de Helmettes speelde. De eerste Mecano-single op het No Fun-label van Hansje Joustra heb ik gemaakt met Pieter als gitarist. Dat was in 1978. Er speelden ook een paar mensen uit Hilversum op die ik daarna nooit meer teruggezien heb. Ik weet hun namen niet meer vandaar dat ze in het boekje van de dubbel-CD als onbekenden zijn vermeld. Die singles op het No Fun-label (God’s Heart Attack, Mecano, Helmettes en Subway) zijn nu goud geld waard terwijl je ze vroeger voor een dubbeltje bij RAF kon kopen.

Kees: Ik heb inderdaad die Helmettes-single een paar keer gekocht voor een kwartje of zo bij RAF en steeds weer geruild of weggegeven. Nu heb ik ze alle vier wel weer alleen van de Helmettes heb ik niet de echte hoes maar een kopie daarvan.
Dirk: De andere releases, allemaal op het Torso-label, waren Untitled (1980) met een schilderij van mij van een fotograaf als hoes (het origineel dat veel groter is hangt bij mij thuis), Subtitled (1980) met als hoes de foto die de fotograaf die afgebeeld staat op de eerste hoes gemaakt heeft. Beide zijn schilderijen in de Mecano-stijl. Een schilderij van voor die periode is de hoes van Wonder van de Liefde geworden. Dat is uit 1976. Vanaf 1977 toen ik een boekje over Mecano kocht veranderde mijn stijl. Verder nog Entitled (1981), een samenvoeging van Untitled en Subtitled en de singles Robespierre’s-Re-Marx/Room for Two en Escape the Human Myth/History Landmarked. En tenslotte de laatste LP voordat Mecano uit elkaar ging: Autoportrait (1983). Dan is er nog een CD op een Frans label die Titled heet maar geen nummers bevat die niet elders zijn uitgebracht. In 2003 hebben we de complete discografie tot en met 1983 aangevuld met wat bonustracks uitgebracht op Mutant Jasz in een luxe en een standaard-uitvoering. Die is trouwens al weer uitverkocht. En dan natuurlijk de laatste CD Snaketales for Dragon (zie recensie elders op deze site, KS) ook weer in twee verschillende versies, een luxe- en een standaardeditie. De nieuwe CD gaat Those Revolutionary Days heten, daar zullen we vanavond een voorproefje van laten horen.

Tejo: En dan is er nog de flexi die bij het blad Vinyl zat, March of the Iron Workers.

Kees: Dan heb ik wel alle vinyl van Mecano. Ik mis alleen nog de CD op het Griekse label Lazy Dog en de Tago Mago-tape. Die Titled CD heb ik ook niet maar daar staan alleen nummers op die ook op de andere CD’s staan.
Dirk: In 1996/97 heb ik met Mick Ness ook nog opnamen gemaakt als Erector Set, dat is nooit uitgebracht. We overwogen dat een keer als bonus-CD of zo uit te brengen. Tejo heeft ook het nummer One in a Million van Snaketales for Dragon bewerkt tot een extended versie van zo’n 24 minuten. Die komt binnenkort als MP3 op internet te staan.

Dirk: In de begindagen ging ik regelmatig naar Paradiso om bands te kijken, Ton Lebbink was daar toen portier. Hij zei toen al: als jij een band begint wil ik wel drummen. Toen ik de eerste single had gemaakt wilde ik van Mecano echt een band maken maar dat lukte met die mensen uit Hilversum niet. Ton wist ook wel een bassist, dat werd Tejo. Verder waren er Ludwig en Pieter, zo zijn we begonnen. Ludwig saboteerde de boel een beetje en toonde niet zoveel interesse in de vooruitgang van de band. Tejo zei toen: of hij er uit of ik er uit”. Dat was wel een moeilijke keuze voor mij omdat Ludwig een hele goede vriend van me was en ik Tejo net had leren kennen. Tejo ontwikkelde zich wel heel snel zodat ik toch voor Tejo koos. Ludwig riep toen dat hij toch al met zijn eigen band verder wou. Dankzij het feit dat zowel Tejo and Ton in Paradiso werkten konden we daar gratis oefenen in de kelder. Pieter nam toen het onzalige besluit om met zijn ouders te gaan bowlen, waarbij hij een vinger brak. Dat oefent vrij lastig als gitarist dus toen hadden we weer een probleem. Tejo’s broer Cor die wel eens naar het oefenen kwam kijken is toen de partijen van Pieter gaan leren. Dat kostte hem niet meer dan twee dagen zodat we weer konden gaan repeteren. Toen de vinger van Pieter wee hersteld hebben we Cor gehandhaafd zodat we, nogal ongebruikelijk in die tijd, met twee gitaristen gingen werken die als het ware tegen elkaar in gingen spelen. Dat gaf Mecano een eigen, karakteristiek geluid. Het baspatroon en de zangpartij hielden sterk verband met elkaar en Ton speelde daar dan zijn inventieve ritmes overheen. De baspartij en de zang kwamen er vaak tegelijkertijd in. De basis van Mecano is dan ook mijn stem en de baspartij samen. Het aardige is nu dat ik zing en Tejo bassist is, zodat de basis is overgebleven. De franje komt van de gitaren en de synthesizers en eventuele extra zangpartijen.

Kees: Het is wel zo dat live de formatie verschilt van die op Snaketales, zoals te zien was op de opnamen uit Athene.
Dirk: Klopt, de extra mensen die we live inzetten hebben het vaak te druk met andere dingen om ook in de studio aanwezig te zijn, zodat Tejo en ik in principe alles in de studio doen (met af en toe gasten) en we live weer in een andere bezetting spelen.

Kees: Kun je iets meer vertellen over Hansje Joustra en zijn No Fun-label?Dirk: Ja, ik herinner me nog goed dat Hansje terugkwam van een reis naar de V.S. en helemaal enthousiast was over de CBGB’s-scene in New York. Hij haalde daar dus meer zijn inspiratie vandaan dan uit de Engelse punk. Heel opmerkelijk feit wat bijna iedereen genegeerd heeft is ook dat Never Mind the Bollocks van The Sex Pistols wereldwijd voor het eerst in Nederland is verschenen (een week voordat de plaat in Engeland uitkwam) met een andere hoes (zonder songtitels op de achterkant) dan in de rest van de wereld. Hansje heeft daar voor gezorgd. De eigenaar van RAF waar hij daarvoor had gewerkt steunde Hansje  toen hij de winkel No Fun begon op de Rozengracht. Dat werd een trefpunt voor punks in heel Nederland waar plaatjes werden verkocht die in die tijd nergens anders verkrijgbaar waren. Toen de winkel dicht ging, veranderde No Fun van naam en dat werd Torso. De eerste release op Torso was de LP Treat of New Beat van The Rousers. De tweede was Untitled van Mecano. Daarnaast hebben we het Torso Sublabel bedacht waarop The Bugs en Neon zijn verschenen. En dan had je nog Bazooka uit Nijmegen en Das Wesen, allebei uit Nijmegen. Bazooka en Neon heb ik geproduceerd. Daarnaast nog Mekanik Kommando, ook uit Nijmegen (LP It Would Be Quiet in the Woods if Only a Few Birds Sing, 1981, KS) en de band Vice.

Tejo: Bij de Rousers-LP zat ook een gratis single. (Nothing Else to Do, KS) En er is nog een release van Bart Chabot op Torso: De dag dat de Derde Wereldoorlog ook aan ons land niet onopgemerkt voorbij ging.

Dirk: Met op de b-kant de Messerschmidt Parade met muziek van Robert-Jan Stips van The Nits. Er bestaat ook nog een single van de eenmansband Berlitz, dat was neue Deutsche welle van een Amsterdamse puber op het Relief-label, in feite ook een sublabel van Torso. En Mick Ness natuurlijk met zijn LP Leave Me Your Ears uit 1981 ook geproduceerd door mij. Tenslotte Flue met de single Jerome/Ugly People en de LP One and a Half (opnieuw uitgebracht door Mutant Jasz) en de tweede LP Vista uit 1983. Dan hebben we volgens mij alle Torso-releases wel besproken.

Kees: Een interessant element van Mecano is het accordeon.
Dirk: Ja, ik heb als kind accordeon-les gehad en bij Mecano wordt het af en toe ingezet, zoals in het nummer Untitled en in One in a Million op Snaketales for Dragon. Op de nieuwe CD is in drie nummers accordeon te horen. Het thema van de nieuwe CD getiteld Those Revolutionary Days is revolutie. Je kunt natuurlijk alle revoluties van de wereld gaan beschrijven maar die staan al in de geschiedenisboeken. Je kunt het ook op een andere manier benaderen en revolutie als een intern proces zien, als een persoonlijke revolutie. The revolution within, de persoonlijke strijd. Monotheistische godsdiensten veronderstellen dat God de mens naar zijn evenbeeld heeft geschapen. Ik aanvaard die godsdiensten niet en wat dat betreft ben ik dan ook atheist. De goden van de Indianen en de Grieken zijn wel interessant, omdat zij niet monotheistisch zijn. Wat interessant was in het proces van het maken van de nieuwe CD was het gegeven dat ik verliefd werd op een vrouw uit Griekenland die Nike heet, de Griekse godin van de overwinning. Omdat het gaat over persoonlijke strijd mondt die dus uit in een over-winning. De conclusie is dan dat er een revolutie in mijzelf heeft plaatsgevonden waardoor ik afstand kan nemen van de thematiek van de vorige CD die vooral over het verliezen van de geliefde als gevolg van een verbroken relatie ging.

Kees: Er zit een interessante ontwikkeling in je teksten van tamelijk abstract/surrealistisch en/of politiek tot een meer persoonlijke, concretere toonzetting. De tekst over Theo van Gogh op Snaketales for Dragon vind ik erg sterk.
Dirk: Theo van Gogh geloofde sterk in mij en heeft mijn werk erg gestimuleerd. De twee Nederlandstalige solo-CD’s Zilveren Eeuw en Wonder van de Liefde heeft hij betaald. Er spelen hele goede muzikanten op, zoals David Kweksilber (saxofoon en klarinet), Esther Apituley (alt-viool) en de acteur Hans Dagelet speelt er trompet op. Tejo speelt trouwens sommige baspartijen op Wonder van de Liefde zodat daar ook muzikaal toch nog een stukje Mecano in zit. Snaketales for Dragon eindigt overigens wel met het nummer New Skin dat al een nieuw begin na het verwerken van het verdriet inluidt. De slang werpt als het ware zijn huid af en begint zodoende opnieuw.

Kees: In de documentaire bij de VPRO zeg je ergens: “Ik schilder wat er niet is en dat werkt bevrijdend”.
Dirk: Klopt, ik schilder het gaatje, hetgeen in feite het niets is. Ik kan urenlang die gaatjes schilderen, daar word ik rustig van, ongeveer op de manier waarop iemand anders zit te vissen.

Kees: Een wat oudere tekst die ik heel mooi vind en ook vertaald heb is To Life’s Reunion, het laatste nummer van Autoportrait. Die tekst heeft heel duidelijk twee lagen: een persoonlijk nivo over het gevecht met de eigen identiteit die als het ware uiteenvalt en als het proces van het uit elkaar vallen van de band dat op dat moment gaande was.
Dirk: Het is inderdaad precies de bedoeling van de tekst geweest die beide elementen tot uiting te brengen. Het valt me trouwens op dat ondanks het feit dat Mecano ruim twintig jaar in een soort winterslaap heeft verkeerd er nog steeds mensen zijn die er mee bezig zijn gebleven. Zo ontdekte ik tot mijn verbazing dat ook de zanger van Franz Ferdinand, tegenwoordig toch een grote band, een fan van Mecano bleek te zijn. Die was waarschijnlijk net of nog niet eens geboren toen de eerste periode van Mecano zich afspeelde. In Grieken-land hebben we veel fans, vandaar die Lazy Dog-CD en het optreden van de zomer in Athene. Ook in andere landen blijken we aanhang te hebben, bijvoorbeeld, tot mijn eigen verbazing, in Brazilië.

Kees: Misschien nog even kort over de controverse met Cor.
Dirk: We zijn altijd straight tegen elkaar geweest als het ging over de verdeling van auteursrechten. Hoewel ik als tekstschrijver 50% kon claimen van het geheel en we met Mecano tot en met 1983 met zijn vijven waren, spraken we toch af dat we ieder 20% toebedeeld kregen. Met Tejo heb ik altijd afgesproken om alles 50-50 te delen. Toen we weer met Mecano begonnen zijn we drie keer bij Cor langs geweest om te vragen of hij weer mee wilde doen. We zijn er toen niet uitgekomen met hem. Hij zei dat hij met andere dingen bezig was en Mecano niet zo nodig had.

Tejo: Wel was het opvallend dat hij alleen wilde meedoen als er geld zou worden betaald. Maar er was natuurlijk helemaal geen geld. Daar ging het ons ook helemaal niet om maar Cor blijkbaar wel. Dat klikte dus totaal niet met elkaar.

Kees: Ik snap niet zo goed wat zijn probleem is. Hij speelde niet in U2 of zo maar in een band die weinig commercieel succes had gehad en waarvan dat ook nu niet direct te verwachten valt.
Dirk: Onze opstelling is altijd geweest muziek te maken om mensen een plezier te doen en bepaalde idealen na te streven. Als we daar ook geld mee kunnen verdienen zeggen we daar natuurlijk geen nee tegen maar het is niet ons primaire doel. Gebleken is ook dat we wel eens te goed van vertrouwen zijn geweest, dan gaven we materiaal dat nog niet uitgebracht was aan mensen die het vervolgens op internet zetten.

Tejo: Maar over het algemeen zijn onze fans zeer loyaal en kunnen we bijna iedereen vertrouwen. Dat geeft ook een stimulans om op deze manier verder te gaan. Er bestaan ook plannen om in Nederland weer te gaan optreden, maar daarvoor moet nog het nodige geregeld worden omdat vrijwel iedereen een reguliere baan ernaast heeft. Er zal dus een goed moment moeten worden uitgekozen, hopelijk lukt dat in het voorjaar van 2007. Ook komt er misschien een optreden in Frankrijk, waarschijnlijk in maart.

Kees: In de teksten van Dirk is het communisme een belangrijk thema. Hoe is dat ontstaan?
Dirk: Dat komt voornamelijk door mijn opvoeding. Mijn opa was marxist en heeft erg veel invloed op me gehad. Daarnaast ben ik een groot liefhebber van de Russische literatuur, dat heeft me zeer geïnspireerd. Er is zelfs een boek van een Griekse professor over de Russische revolutie waarin, in de oorspronkelijke Engelse versie, de tekst van Permanent Revolt is afgedrukt.

Kees: Ik kan me nog wel herinner dat ik begin jaren tachtig, toen de Koude Oorlog nog aan de gang was, Mecano aan mensen liet horen die zich ervan afkeerden vanwege de teksten. Het waren communisten en dat kon absoluut niet. Ik heb daar nooit iets van begrepen, er was immers geen sprake van dat de negatieve aspecten van het Sovjet-regime werden verheer-lijkt, getuige teksten als Dissident Lament en Untitled was eerder het omgekeerde het geval.
Dirk: Ik gebruik bijvoorbeeld wel een citaat van Stalin “During the five year plan one million wagonloads of construction materials will be supplied to this place there where immense metallurgy and pit-coal concerns will arise next to a city for hundreds of thousands inhabitants”. Live declameerde ik die tekst met een megafoon, dat maakte altijd wel indruk. Ik maakte het daarmee natuurlijk ook een beetje belachelijk.

Tejo: Wat ik wel aardig vond was de reactie op de teksten van Dirk van Adrian Borland van The Sound (in 2003 wierp hij zich voor een trein, KS). Hij vond de teksten echt onzin.

Dirk: Muzikaal was The Sound erg goed, maar die teksten daaruit bleek dat die man geen gevoel voor poezië had. Veel te realistisch allemaal, uiteindelijk is hij door de drank ten onder gegaan. Daarnaast werden bands als The Sound en ook U2 veel te veel gedreven door het katholieke geloofsthema’s  en daar waren die teksten helemaal van doordrenkt. Dat was nogal irritant vond ik.

Kees: Op Snaketales zit er mooie tegenstelling: “I lost somebody who is still alive” (in de tekst van Treasure Lost and Found, over de verloren geliefde) en “we’ve lost somebody who’s not living anymore” (in de tekst van November 2, over de dood van Theo van Gogh).
Dirk: Mooi dat je dat eruit hebt gehaald, het is leuk om het eens over de teksten te hebben, vaak gaat het toch over de muziek.

Tejo: Het viel me op dat de teksten op de website heel eerlijk overkomen, alsof je niets verbergen wilt. In feite was Mecano trouwens ook het eerste digitale speelgoed. Het is of niks (0) of iets (1), een ritme van leegte en substantie. Digitale techniek is uiteindelijk op dit principe gebaseerd.

Kees: Dat lijkt me een passende conclusie om het interview mee te besluiten.

Kees: Het is overigens opvallend dat de stem van Dirk erg ver draagt, ik kan het interview opnemen terwijl hij door de kamer loopt, anderen moeten dichter in de buurt van de microfoon zijn om een goede opname te krijgen.
Tejo: In de studio moet ik daar ook altijd rekening mee houden, ik moet de schuiven terugschroeven bij de opname omdat Dirk anders de microfoon opblaast.